Nieuws

Blogs

  • Blogs

/ 08 jul 2021

De ZZP-er, theorie en praktijk

Uit de oude (fiscale) doos: de verklaring arbeidsrelatie, in de volksmond ook wel VAR genoemd.  Weet u het nog? Met een VAR kon de ZZP-er ‘aantonen’ een zelfstandige zonder personeel te zijn en winst uit onderneming te genieten voor zijn werkzaamheden, in opdracht van u. ‘Men’ in Den Haag vond dat deze verklaring niet meer voldeed en per 1 mei 2016 is de Wet DBA (deregulering beoordeling arbeidsrelatie) ingevoerd. Van meet af was er veel onduidelijkheid over de uitleg van deze wet. Deze wet heeft niet het effect gesorteerd dat er duidelijkheid en rust kwam voor de ZZP-er. Als gevolg van deze impasse heeft het kabinet daarom besloten de wet te vervangen. Mede in verband met de pandemie en de kabinetswisseling zal dit nog wel even duren.

Tot dat moment is iedere ZZP-er wel verplicht aan de hand van deze wet een overeenkomst van opdracht met de opdrachtgever te sluiten, waaruit blijkt dat hij/zij de werkzaamheden in grote mate zelfstandig uitvoert. Kern van deze wet is dat de opdrachtgever en ZZP-er samen verantwoordelijk zijn voor de arbeidsrelatie die zij met elkaar aangaan. Zij moeten er voor zorgen dat er duidelijkheid is over hun arbeidsrelatie. En dat er niet eigenlijk sprake is van loondienst.

Ik bespreek in deze blog twee hoofdcategorieën ZZP-ers, de echte en de draaideur. Met ‘echte’ bedoel ik de ZZP-er die al enige jaren een onderneming heeft en ook als zodanig bekend staat. Indien u aan deze ZZP-er een opdracht wilt verstrekken en hiertoe een overeenkomst van opdracht met hem/haar opstelt, zal de zelfstandigheid van werken normaliter niet tot enige discussie leiden.

Ik vraag uw aandacht eigenlijk voor de tweede categorie ZZP-er, ‘de draaideur ZZP-er’ want hierin schuilt het risico dat bij de uitvoering van de opdracht sprake is van loondienst, ook al is er een overeenkomst van opdracht. Ik hoor de laatste tijd steeds vaker dat werkgevers omwille van kostenbesparing personeel aanspoort om zelfstandig te worden. Via een draaideur als werknemer afscheid nemen en als ZZP-er binnen komen. Hier schuilt een reëel gevaar van voortzetting dienstverband in, met alle ongewenste gevolgen van dien.

Zoals gezegd, het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van opdrachtgever en ZZP-er om hun arbeidsrelatie te duiden. Indien er sprake is van schijnzelfstandigheid (feitelijk wordt de dienstbetrekking voortgezet) kan dit tot ongewilde forse naheffingen in de loon- en sociale verzekeringssfeer leiden.

Om uit de hoek van de loonheffing te blijven benoem ik de voorwaarden voor loon uit dienstbetrekking: er moet sprake van een vergoeding voor verrichte arbeid. De arbeid wordt onder gezag van de werkgeven uitgevoerd. Bij een overeenkomst van opdracht is te allen tijde voldaan aan de voorwaarden vergoeding en arbeid. De gezagsverhouding of eigenlijk het gemis aan gezagsverhouding kenmerkt de afwezigheid van een dienstbetrekking. Hierbij kunt u denken aan:

  • De ZZP-er heeft een grote vrijheid in de uitvoering van de werkzaamheden;
  • De ZZP-er is vrij om opdrachten te accepteren of te weigeren;
  • De ZZP-er moet het werk opnieuw doen als de opdrachtgever niet tevreden is;
  • De ZZP-er is in beginsel vrij om zich te lagen vervangen.

Ik sluit af met een tip en de actuele stand van zaken.

Tip

Beoordeel regelmatig of de overeenkomst van opdracht wordt nageleefd. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid!

Actuele stand van zaken

In het kader van de kabinetsinformatie heeft de SER op 2 juni 2021 een akkoord tussen vakbonden en werkgeversorganisaties gepubliceerd over hervorming van de arbeidsmarkt. Er zou een rechtsvermoeden van werknemerschap moeten komen bij een uurtarief onder de € 35.

beeldmerk-blauw